Schade en taken schadecommissaris

De goede man zag echter alleen maar de relatief smalle C&V’s passeren. Het nut van het langs de weg moeten stilstaan ontging hem. Na een aantal C&V’s te hebben laten passeren vond de loodgieter het wel mooi geweest. Hij kon daar gemakkelijk langsrijden bedacht hij. Ondanks de waarschuwingen van de KMAR reed hij weg bij het trottoir om zijn weg te vervolgen. Dat ging goed tot de eerste bocht. Daar ontmoette hij de veel bredere Leopard tanks. De tank van de wachtmeester R. kon hem niet meer ontwijken. De linker rupsband ging als een blikopener door het linker spatbord van het bestelwagentje, de linker deur werd losgerukt en vloog door de lucht. Ik reed erachter met mijn tank en wat ik toen zag vergeet ik nooit meer. Terwijl de deur nog in de lucht rondtolde sprong de bestuurder aan de passagierskant uit zijn bestelbusje. In mijn herinnering stond hij al naast busje voordat de rondtollende deur de grond raakte. Dit was een typisch voorbeeld van onvermijdbare schade, gelukkig zonder letsel”. Dit soort schades kwamen nog meer voor. Vaak werd door burgerchauffeurs de remweg van een pantservoertuig onderschat. Dan zaten ze er te dicht achter als het voertuig remde, met een kopstaartbotsing tot gevolg. Maar ook werd er wel eens schade gemaakt aan wegen of paden. Een rupsvoertuig en zeker een tank, was in staat om bijna op zijn plek, rond te draaien. Dit had soms gevolgen voor de stenen in het wegdek. Maar ook als er verplaatst werd over bospaden of door landerijen kwam het voor dat bij het oprijden van de openbare weg er modder of zand op het wegdek terecht kwam. Dat diende dan direct met de op het voertuig aanwezige schoppen en bezems opgeruimd te worden. Ook was er, vanaf halverwege de jaren tachtig, bij het bataljon een bezemvoertuig aanwezig om het ergste vuil van het wegdek te verwijderen. Bij grotere oefeningen zoals bij ‘Big-Ferro’ in september 1973 was de kans op schade aanzienlijk. Er waren 40.500 deelnemers, daaronder 24.000 Nederlandse soldaten en verder Duitse, Belgische, Amerikaanse troepen met in totaal 1.900 rups- en 8.800 wielvoertuigen, 40 heli’s en 220 (gevechts)vliegtuigen. Er werden uitgebreide aanwijzingen gegeven hoe te handelen bij verkeers- en schadegevallen. Bij bataljonsoefeningen kreeg de sectie 1 een beperkt budget om kleine schade en onkosten ter plekke af te handelen. Het kwam ook voor dat oefeningen wegens de hitte werden afgelast. Dat gebeurde niet in de eerste plaats om de deelnemers te behoeden, maar om grote schade aan het wegdek te voorkomen. Zo kon het ook gebeuren dat tijdens een oefening de temperatuur overdag zo hoog opliep dat er na een bepaalde tijd niet meer van de wegen gebruik mocht worden gemaakt. De oefening werd dan stilgelegd (ijskast) en de noodzakelijke verplaatsingen vonden dan in de vroege uurtjes plaats. Het was in het belang van eenieder om schade te voorkomen. Mocht het onverhoopt toch voorkomen dan diende men een aantal maatregelen te nemen. Eerst moest de schadelocatie vastgesteld worden middels kaartcoördinaten en die gegevens moesten worden gemeld via de radio. Vervolgens werd er een schademeldingsformulier ingevuld. 55

57 Online Touch Schade en taken schadecommissaris Home


You need flash player to view this online publication